Geschiedenis en politiek

Australië is formeel nog steeds onderworpen aan het gezag van de Brits koninkrijk, deze wordt vertegenwoordigd door de gouverneur-generaal en de gouverneurs van de zes deelstaten.

Door de grondwetswijziging in 1986 is de controle van het Britse parlement over de Australische wetgeving afgeschaft. In 1999 is door de meerderheid van de kiezers tijdens een referendum gekozen om de monarchie af te schaffen. Hierbij is ook afgesproken dat de president niet meteen gekozen maar benoemd zou worden door het parlement. De deelstaten vormen samen: 'the Commonwealth of Australia'. Het bestuur is overal op dezelfde wijze ingedeeld
De beide interne territoriale gebieden, de Northern Territory en het gebied rond Canberra (Australian Capital Territory) hebben een afhankelijker positie tegenover de federale regering, die eveneens verantwoordelijk is voor het volledige bestuur over de externe territoria. Volgens de grondwet is de gouverneur-generaal staatshoofd en formeel belast met de uitvoerende macht. 
In eigenlijk alle kwesties handelt de gouverneur generaal op advies van de ministers van de federatieve regering.
De wetgevende macht is in handen van het Australische parlement, dat bestaat uit het Huis van Afgevaardigden (Lagerhuis) dat bestaat uit 150 leden en de Senaat (Hogerhuis) dat 76 leden telt
De leden van het Huis van afgevaardigden worden gekozen naar de hoeveelheid inwoners van de desbetreffende deelstaat.

Eens in de drie jaar vinden altijd verkiezingen plaats bij het Huis van Afgevaardigden. Elke deelstaat vaardigt 12 leden af naar de staat. Het getal van 76 wordt bereikt doordat het Australian Capital Territory en Northern Territory elk twee senatoren afvaardigen. Een ambtstermijn als lid van de Senaat duurt 6 jaar, daarbij wordt elke 3 jaar de helft van de Senaat vervangen, oftewel, opnieuw gekozen. Senatoren uit de twee interne territoriale gebieden hebben maar een ambtstermijn van drie jaar.

Wetsvoorstellen moeten door beide kamers aangenomen zijn alvorens zij kracht van wet bezitten. Is een wet van een deelstaat strijdig met een federatieve wet dan prevaleert de laatstgenoemde. Vanaf de leeftijd van 18 jaar bestaat er een algehele stem plicht.